Berichten & Blogs

ds. Maarten van Loon

Corona en Pasen.

Opeens is het dichtbij. En elke dag komt het een stukje dichterbij. Maatregelen worden aangescherpt. In de gemeente Oldebroek zijn diverse coronabesmettingen. De eerste overlijdens zijn een feit.

Dat doet wat met me.
Ik wist het altijd al wel. Het leven is niet maakbaar; ik heb het niet zelf in de hand.
Ik geloofde altijd al: elke ademhaling is mij gegeven.
Maar het is net alsof het besef nu pas echt goed tot mijn ziel doordringt.
Ik leer iets met mijn hart en ziel wat ik hiervoor blijkbaar alleen of vooral met mijn verstand wist.
Elke kerkdienst beginnen we zo: “onze hulp is in de naam van Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft”.
Hoe vaak heb ik die woorden al niet gesproken of meegezongen?
Maar nu dringen ze pas écht tot me door. Ik voel me klein en kwetsbaar.
En tegelijk: in Gods hand. Meer dan ooit.
Dat is wat mij betreft winst. Een blessing in disguise.

Ik denk dat je er wel iets van herkent.
Onze westerse bubble, die in allerlei opzichten veilige wereld, blijkt toch kwetsbaar.
Ik realiseer me opeens: de onzekerheid van nu – dat is het levensgevoel van mensen de eeuwen door geweest. En in tal van landen tot op de dag van vandaag altijd zo geweest. En nu proever wij in de westerse bubble ook ietsje van. Opeens zijn we met z’n allen een stuk kleiner geworden. Down to earth.

Met beide benen op de grond dus. We ‘aarden’ weer. Verandert dat ook onze blik op de hemel? Op God? Ik kan me twee reacties voorstellen. De eerste is opstandigheid: “Als God bestaat en dit alles toelaat, dan hoef ik Hem niet”. Met als uiterste consequentie: atheïsme. Er is helemaal geen god, want anders …

En ik geef toe: die gedachte ken ik ook. Menigmaal kom ik in opstand, ook al ben ik 100x dominee. Ik begrijp niks van deze wereld. Van God. Van hoe Hij alles bestuurt. Theologisch heb ik nauwelijks tot geen antwoorden op de grote ‘waarom-vragen’. Die hoef ik ook niet te hebben. Want wie ben ik? Het is te groot.

Het stemt mij echter tot nadenken dat je deze opstand vooral in de bubble tegenkomt. Met een glas wijn in de hand, al filosoferend, besluiten we dat god niet bestaat. Niet kan bestaan. De consequentie dat we dan aan onszelf overgeleverd zijn nemen we dan op de koop toe. Het leven is wat het is. Raadselachtig, soms vol ellende en af en toe leuk. Als je geluk hebt.

In de rest van de wereld en door de tijden heen kom je deze gedachte veel en veel minder tegen. Mensen die zich gemiddeld veel kleiner en kwetsbaarder weten dan wij, heffen juist niet hun vuist op naar de hemel. Ze bidden, klagen hun nood aan God en tegelijk prijzen ze zijn Naam. Ze hebben niet de luxe van het achterover kunnen leunen. Laat staan een glas wijn. Treffend is het hoe juist dán mensen God zoeken en hun leven in zijn hand leggen.

Je voelt ‘m nu natuurlijk aankomen. Van achter zijn nog altijd redelijk veilige bureau gaat de dominee zijn punt maken.
Vanuit mijn bubble ga ik tegen je zeggen: toch maar geloven dus … Dat zou wel heel gemakkelijk zijn.

In plaats daarvan luisteren we naar Julian Urban. Een arts van 38 jaar in Lombardije, Italië. Tot twee weken geleden waren hij en zijn collega’s atheïst.
Tot er een dominee van 75 jaar met Corona op zijn afdeling kwam. Hij maakte indruk omdat hij aan stervenden uit de Bijbel voorlas, hen troostte en hun hand vasthield. En hoe gek het ook klinkt: Urban en zijn collega’s ervaren vrede. Ondanks de barre omstandigheden waarin ze hun werk moeten doen.

Zelf kunnen zijn collega’s en hij, tot voor kort overtuigde atheïsten, het bijna niet geloven dat ze nu elke dag op zoek zijn naar vrede bij God en de Heer vragen hen te helpen weerstand te bieden zodat ze voor de zieken kunnen zorgen.

Het getuigenis van Urban eindigt met deze woorden: “De voorganger is naar onze Heer gegaan en binnenkort zullen we hem ook volgen als deze situatie zo doorgaat. Ik ben zes dagen niet thuis geweest. Ik weet niet wanneer ik de laatste keer heb gegeten, maar ik wil mijn laatste adem benutten om anderen te helpen. Maar ik ben GELUKKIG dat ik tot God ben teruggekeerd terwijl ik omringd ben door het lijden en de dood van mijn medemensen.”

En zo kom ik tenslotte bij Pasen. Jezus, onze Heer, is opgestaan uit de dood. Hij leeft voor eeuwig. En wie in Hem gelooft, mag na dit leven ook eeuwig leven. En dan zonder corona, zonder ellende. Zonder letterlijke en figuurlijke wonden.

Grote woorden. Onmogelijk volgens de wetenschap. Ongelooflijk dus. Maar waar! Verklaringen voor lijden, pijn, moeite, verdriet, ziekte, Corona – die heb ik nog steeds niet. De waarom-vragen blijven onbeantwoord.

Maar ik zie Jezus. In geuren en kleuren vertelt de Bijbel het bijzondere verhaal over Hem. De Bijbel is geen verhaal over het waarom, maar over wat God eraan gaat doen. Hoe Hij Jezus stuurde om onze zonden én ziekten te dragen. Om die te verzoenen. Door Hem te laten lijden en sterven, maar daarna te laten opstaan.
Als eerste. Maar niet als laatste. Hij stelt ons een nieuwe wereld in het vooruitzicht. Als corona ons iets duidelijk kan maken is het wel: wij kunnen die nieuwe wereld niet maken. Dat kan alleen God. En dat doet Hij.

U zij de glorie, opgestane Heer!

ds. Maarten van Loon